INLEIDING
De meeste vrouwen krijgen hun laatste menstruatie tussen hun veertigste en zestigste jaar; de gemiddelde leeftijd is 51 jaar. De laatste menstruatie wordt ook wel menopauze genoemd.
Voor en na de menopauze is er een periode van enkele jaren waarin de hormonen een nieuw evenwicht zoeken. Deze periode wordt de overgang, het climacterium, genoemd; de duur ervan is voor iedere vrouw verschillend.
Deze overgangsjaren zijn ook de levensfase waarin andere belangrijke veranderingen plaatsvinden: de kinderen worden zelfstandig, ouders vragen meer zorg en ook in uw werk kan het nodig zijn dat u zich afvraagt hoe u verder wilt. Het is een periode die gemengde gevoelens kan oproepen. Sommige vrouwen voelen het uitblijven van de menstruatie als een opluchting, andere kunnen verdrietig zijn omdat hun vruchtbaarheid nu definitief verloren is.
Bij een kwart van de vrouwen gaat de overgang gepaard met klachten die het dagelijks leven kunnen verstoren, andere hebben helemaal geen klachten. De overgang is echter een natuurlijke fase in het leven van iedere vrouw.
Welke hormonale veranderingen zijn er in de overgang, welke verschijnselen kunnen die geven en wat kan er aan gedaan worden? Dat wordt in deze brochure besproken.

HORMONALE VERANDERINGEN
In de puberteit beginnen de vrouwelijke geslachtshormonen te werken en vindt de eerste menstruatie plaats. Een menstruatie komt tot stand door een ingewikkeld samenspel tussen hersenen, eierstokken en baarmoeder. Hierbij worden tijdens het vruchtbare leven in de eierstokken de hormonen oestrogeen en progesteron gemaakt.
Oestrogeen en progesteron hebben ook invloed op andere weefsels, zoals de schede (vagina), de borsten, de botten, de huid, de bloedvaten en de zenuwcellen. De eierstok maakt ook testosteron: dit hormoon is onder meer belangrijk voor het libido, de zin in vrijen. Wanneer de voorraad eicellen in de eierstokken afneemt, wordt gaandeweg ook minder oestrogeen en progesteron aangemaakt. Dit is het begin van de overgang. De eerste uiting van de overgang is meestal een verandering van de menstruaties. Er kunnen typische overgangsklachten optreden, zoals opvliegers en transpiratie-aanvallen.

HET BEGIN EN DE DUUR VAN DE OVERGANG
De gemiddelde leeftijd waarop de overgang begint is 51/52 jaar. De duur van de overgang verschilt bij elke vrouw. De gemiddelde tijd tussen het onregelmatig worden van de menstruaties en de menopauze is vier jaar. Overgangsklachten kunnen vijf tot tien jaar of soms zelfs langer bestaan.

MENSTRUATIES TIJDENS DE OVERGANG
De overgang begint vaak met een verandering in het menstruatiepatroon. De menstruaties komen korter na elkaar en worden vaak heviger; soms zijn er ook stolsels. Vervolgens worden ze onregelmatiger en uiteindelijk blijven ze helemaal weg.
Als de menstruaties tijdens de overgang erg hevig zijn, kunt u laten onderzoeken of er geen andere oorzaak is
WAT ZIJN ‘TYPISCHE’ OVERGANGSKLACHTEN?
Naast de veranderingen in het patroon van de menstruaties zijn er meer verschijnselen die samenhangen met de overgang.

Opvliegers
Opvliegers zijn plotselinge warmteaanvallen die gepaard kunnen gaan met een rood gezicht en een koortsig gevoel; dit kan samengaan met hevig transpireren. Opvliegers kunnen op elk willekeurig moment optreden, maar ook uitgelokt worden door bijvoorbeeld stress of alcohol. Sommige vrouwen hebben er slechts af en toe last van, andere hebben ze wel tien tot twintig keer per dag.
Meestal duurt een opvlieger een paar seconden of minuten, maar de klachten kunnen ook een kwartier of halfuur aanwezig blijven.
Opvliegers kunnen in de nacht optreden met flinke transpiratieaanvallen. In ernstige gevallen kunnen hierdoor slaapproblemen, moeheid en/of prikkelbaarheid ontstaan.

Droge huid en slijmvliezen
De huid kan droger en minder elastisch worden; er kunnen rimpels ontstaan. Omdat er minder traanvocht en speeksel wordt aangemaakt, kunnen de ogen en de mond droger worden.

Klachten van de schede en seksuele veranderingen
Door de afname van oestrogenen wordt de binnenkant van de schede dunner en droger. Veel vrouwen hebben last van jeuk en een branderig gevoel in de schede en aan de schaamlippen of bij het plassen. Hierdoor wordt de schede en de blaas gevoeliger voor infecties. Door deze klachten en door de daling van het testosteron in het bloed kan de behoefte aan seks afnemen en kan gemeenschap soms pijnlijk zijn.

Klachten van de urinewegen
Bij het ouder worden verslappen de bekkenbodemspieren en de steunweefsels; daardoor kan de blaas wat verzakken. Omdat de slijmvliezen van de urinewegen dunner worden, kunnen er eerder blaasontstekingen ontstaan. Samen kan dit tot gevolg hebben dat de plas niet meer zo lang kan worden opgehouden of dat bij hoesten, niezen of sporten urine wordt verloren.

KAN DOOR MIDDEL VAN ONDERZOEK WORDEN VASTGESTELD OF DE OVERGANG BEGONNEN IS?
Door bloedonderzoek kunnen hormonen bepaald worden maar dit onderzoek geeft niet aan hoe lang het nog zal duren tot de menstruaties stoppen, en het heeft daarom niet veel zin. Met name uw klachten zijn de belangrijkste aanwijzingen.

BEHANDELING VAN OVERGANGSKLACHTEN
Onregelmatige menstruaties, opvliegers en transpiratie-aanvallen zijn verschijnselen die van nature bij de overgang horen en vanzelf overgaan. Wanneer u ze echter erg vervelend vindt, kan er een reden zijn om medicijnen te gaan gebruiken. Het tekort aan oestrogenen wordt dan aangevuld door tabletten, pleisters, neusspray, implantatietabletten onder de huid, gel, vaginale zetpillen, tabletten, crème of ring. Bestaan er alleen opvliegers, dan kunnen deze soms worden verholpen met tabletten zonder hormonen (clonidine).
Vaginale klachten, zoals droogheid, afscheiding of pijn bij het vrijen, of urinewegklachten ten gevolge van frequente blaasontstekingen kunnen meestal behandeld worden met vaginale zetpillen, crème, tabletten of een ring. Deze behandeling kan jaren nodig zijn.
Opvliegers verbeteren meestal binnen enkele dagen na het begin van de behandeling; klachten van de urinewegen en de schede verbeteren meestal pas na een paar weken. Sommige vrouwen merken echter pas na een paar maanden dat de klachten helemaal weg zijn.
Bij niet-typische klachten (hartkloppingen, dikker worden, obstipatie, gewrichtsklachten, hoofdpijn, slapeloosheid, stemmingswisselingen) kan een proefbehandeling van drie maanden overwogen worden.

WEL OF GEEN HORMONEN?
De overgang is een natuurlijk proces waarbij de klachten vaak zonder medicijnen zullen verdwijnen. Praten met vrouwen in dezelfde situatie geeft vaak herkenning waardoor u sommige klachten beter zult kunnen begrijpen.
Homeopathische middelen tegen overgangsklachten geven soms voldoende verbetering van uw klachten. Over de werkzaamheid hiervan wordt verschillend gedacht en er is nog maar weinig onderzoek naar gedaan.
Of u hormonen wenst te gebruiken is een afweging die u zelf moet maken. Het belangrijkste argument hierbij is de hoeveelheid hinder die u ondervindt en of er eventueel bezwaren zijn om hormonen te gaan gebruiken. Bespreek bij overgangsklachten met uw arts de voor- en nadelen van hormoonbehandeling in uw specifieke situatie.
.
De bijwerkingen van oestrogenen kunnen heel verschillend zijn. Sommige vrouwen hebben last van vocht vasthouden en gespannen of pijnlijke borsten; deze verschijnselen zijn meestal afhankelijk van de dosis. Treedt na de menopauze onregelmatig bloedverlies op, dan moet u dat altijd met uw arts bespreken.

ANTICONCEPTIE EN HET GEBRUIK VAN DE GEWONE PIL
Zolang u de pil gebruikt blijven de bloedingen bestaan. Als na het stoppen met de pil de bloedingen wegblijven, zou u in de overgang kunnen zijn. Zolang dat onzeker is, is het verstandig voorbehoedsmiddelen te gebruiken tot de menstruatie langer dan een jaar is weggebleven. De kans op een zwangerschap bij een vrouw van vijftig is klein, maar niet uitgesloten.
Medicijnen die speciaal voor de overgang zijn gemaakt, bevatten een kleinere hoeveelheid hormonen dan de gewone pil en verdienen daarom bij klachten doorgaans de voorkeur. Het zijn echter geen voorbehoedsmiddelen.
WAT KUNT U ZELF DOEN?

  • Eet gezond en probeer op uw gewicht te letten. Na de overgang komt u gemakkelijker aan.
  • Probeer regelmatig lichaamsbeweging te nemen waarbij de botten belast worden. Elke dag een halfuur lopen bijvoorbeeld versterkt de botten.
  • Houd er rekening mee dat alcohol, koffie, thee en gekruid eten opvliegers kunnen uitlokken.
  • Neem niet te veel hooi op uw vork. Neem de tijd en de rust om aan alle veranderingen te wennen.
  • Probeer voldoende slaap te krijgen omdat u de veranderingen beter kunt opvangen als u uitgerust bent.
  • Praat over eventuele problemen met uw partner, een vriendin, uw huisarts of een overgangsconsulente (ICG).
  • Bij problemen met plassen kunt u uw bekkenbodemspieren oefenen, eventueel met behulp van een bekkenbodemfysiotherapeut.
  • Probeer te stoppen met roken. Het is slecht voor hart en bloedvaten; de kans op hart- en vaatziekten wordt na de overgang groter.

ADRESSEN; WEBSITES
Informatie Centrum Gynaecologie: www.icgynaecology.nl
Osteoporose Stichting: www.osteoporosestichting.nl
Overgang Net:
http://europe.obgyn.net/nederland/mp/default.asp